Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

[p. 448]

7205. Aan De Lubieres¹⁾. (K.A.)

Ja, als er vriendschap bestond tusschen Z.H. en zijn machtigen buurman, zouden de moeilijkheden spoedig uit den weg zijn geruimd, maar gij kunt hierbij toch niet als bemiddelaar optreden. Z.H. denkt aan geheel andere middelen tot herstel en gij moogt die niet tegenwerken. De gezant van dezen Staat²⁾ zal spoedig vertrekken; hij heeft gesproken met de heeren de Beaufain en Bonyer en zich op de hoogte gesteld van alle rechten van Z.H. Gisteren heb ik hem nog gesproken en hem ook inlichtingen gegeven. A la Haye, ce 21^e Janv.^r 1683.

1) Kopie van andere hand.

2) Willem baron van Wassenaer Sterrenburg was van 1680 tot 1689 gezant der Staten te Parijs.