Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend7170. A. ArnoldusGa naar voetnoot5). (L.B.)Toen ik in November hierheen terugkeerde, beladen met uwe schatten, hoopte ik, dat gij een goeden winter zoudt hebben. Nadat ik de zaken der Velseri tot een goed einde had gebracht, ben ik ziek geworden. Vóór mijne reis naar Engeland hoop ik uwe boekerij te zien. ‘Bene de nobis merendo provocasti virum illustrem, Antonium Magliabechium, Magni Hetruriae ducis | |
[pagina 438]
| |
consiliarium et bibliothecariumGa naar voetnoot1); accepimus ab eo quindecim folia epistolarum VelseriGa naar voetnoot2) ad Robertum filium, et Titii ad eundem, plenarum eruditionis. Jam de aliis Marci est sollicitus ad cardinalem BorromaeumGa naar voetnoot3), ad P. BenciumGa naar voetnoot4), etc. undique per Italiam conquirendis. Ipsemet ne otium agerem, a maxime revereverendo D. Spanhemio impetravi ex bibliotheca publica quasdam Velseri ad ClusiumGa naar voetnoot5), ad Bonav. VulcaniumGa naar voetnoot6) binas.’ Lugd. Bat., ad d. V April. CIƆIƆCLXXXI. |
|