Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens[p. 392] | |
7058. Aan H. de Beringhen1). (K.A.)De gevangene, over wien gij schreeft, is losgelaten Hierbij zend ik u een verbaal van alles wat er bij deze geheele zaak is voorgevallen2); daaruit zal u blijken, dat Z.H. volkomen gelijk had. A la Haye, ce 30e Juillet 1677. Moet gij een bril gebruiken voor mijne brieven? Ik heb er nog nooit een gebruikt. Over de karos is weer geschreven. |