Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens7028. Aan H. de Beringhen3). (K.A.)Mijn zoon en schoonzoon zijn terug en in goede gezondheid, voor een deel door uwe goede zorg. Het jacht van Z.H. heeft hen van Vlissingen gehaald. Den heer d'Arminvilliers4), die zeer ernstig ziek was, heb ik een paar dagen geleden nog opgezocht; hij is nu juist gestorven. Ik condoleer u met het sterven van dezen broeder. Zijne zaken worden geregeld door zijn vriend, den predikant de Maretz5), en den heer Lamoureux6). 30e Juill. 1676. |