Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

6946. Aan prinses Louise van de Palts¹⁾. (K.A.)

Mijn zoon is zeer dankbaar voor uw vriendelijk onthaal en ik niet minvoor het fraaie schilderij. Ik schaam mij steeds over mijne onbescheidenheid, maar hoop de Magdalena spoedig hier te zien; velen zijn met mij vol belangstelling voor uw werk en nieuwsgierig, hoezeer gij in die kunst vooruit zijt gegaan, sedert gij ons land verliet. Zooals o.a. eene der dames van Aerssen²⁾, die zeer goed schildert en beter dan iemand Italiaansche schilderijen kopieert. Zij heeft ook een portret geschilderd van hare zuster, Mevr. Sterrenburg³⁾, dat

1) Zie V, blz. 303.

2) Nl. Jeanne van Aerssen, eene dochter van Johan van Aerssen, drossaard van Breda (vgl. II, blz. 126).

3) Anna van Aerssen was de weduwe van Pieter van Wassenaer-Sterrenburg (1624-1668), kolonel der garde en gouverneur van Willemstad.

[p. 351]

door Netscher¹⁾ zeer geprezen wordt. Jammer, dat haar leven door tering wordt bedreigd. Ik doe nog altijd heel veel aan muziek. 26 Juill. 1674.

1) Zie blz. 253.