Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6812. J. de Huybert. (H.A.)aant.Het verheugt mij, dat gij in het vaderland zijt teruggekeerd in goeden welstand, en het spijt mij alleen, dat gij op uwe terugreis mij niet bezocht hebt. ‘Van de saecken van de provincie van Zeelandt en hare geheele regeeringe sal mij niet inlaten U W. Ed. eenich verhael te doen, als dewelcke in korten tijt tot die extremiteijt sal werden gebracht, dat sy haest van haer selven sal omverre vallen, want terwijle men dagelijcx de fondamenten boule- | |
[pagina 295]
| |
verseert en de grontregulen omverre ruckt, maeckende alles arbitrair, soo en kan der naer mijn oordeel niet anders werden te gemoet gesien, als eene unevitable ruine van deselve, die wij nochtans willen hoopen, dat de Heer onse God naer syne oneijndige grootheijt sal believen af te wenden’ ..... Middelburch, den 14 Novemb. 1671. |
|