Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6784. J. de HuybertGa naar voetnoot3).Ik ben ernstig ziek geweest, maar nu weer beter. ‘Niemant en hadde gelooft, mijnheer, dat de reys van sijn Hooch.t den heere Prince van Orange soo lange soude hebben geduirt gehadt in Engelandt, en noch min, noch eenige maenden aldaer te sullen blijven, daervan U WelEd. de innerlijcke redenen aldaer beter als ons alhier bekent zijn. Niettemin laet men alhier daerover niet af all vrij bekommerlijcke gedachten te hebben, daervan de tijt de ware leermeester sal zijn.’ Het gerucht loopt, dat de heer van Zuylestein zeer ernstig ziek is. ‘Men is alhier seer bekommert voor de aennaderende wapenen, te water en te lande, van den Coninck van Vranckrijc en van den Bisschop van Munster, konnende niet anders daeruyt te gemoete sien als eenen swaren en bloedigen oorlooch. Oock is men beducht voor een stilsitten aldaerGa naar voetnoot4), zoo t niet arger is etc. Men souckt hier overall gelt tot tegenstant; dan zijn eenige provintien onder den anderen vrij wat gedeelt, daeronder die van Zeelandt wel de alderslimste is en dagelijcx meer en meer wert. De vruchten van de blije inkoomste van den heer Prince van Orange binnen deselveGa naar voetnoot5) zijn wel in bitteren alsem verandert ende aen veele getrouwe regenten gans smertelijck gevallen.’ Over het algemeen ziet het er hier in de provincie slecht uit. Middelburch, den VI Febru. 1671. |
|