6706. J. de Huybert. (L.B.)
Ik had gaarne van u willen hooren, ‘wat de verrichtingen van de raetsheer Ingels aldaer te hove waren, ende wat apparentie aen uwe welEd. wierde aengebooden over ons voorgaende concept’. Het is te hopen, dat wij goede regenten zullen krijgen en daaronder ook uw zoon. Maar ik geloof, dat men den Prins ‘veel stoff in de ooghen werpt’, want vele zijner raadslieden denken slechts aan eigen voordeel. Middelburch, den 10 Meije 1669.