Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6664. Aan S. ChiezeGa naar voetnoot6). (K.A.)Ik heb niet eerder geschreven, omdat ik niet goed weet, waar gij zijt. Gij zult gehoord hebben, hoe slecht men Sauzin te Oranje heeft ontvangen, die heel wat beter verdiend heeft, omdat hij ons hier zoo goed heeft geholpen. De Prinses is er zeer boos over. Aan den heer Milet schrijf ik over de bewuste bank, ook al op aandringen van den heer de Lionne. Als ik echter katholiek lid van het Parlement was, kwam ik niet meer in de kathedraal. De kopieën van ‘gl'amanti di Valclusa’, mij door den heer de VauroseGa naar voetnoot7) geschonken en te Parijs aangekomen, zijn heel slecht, naar ik hoor. Er is gelegenheid de buste van Marius en de andere met een Hollandsch schip te Marseille mee te geven; ik schrijf er over aan den heer SolicofferGa naar voetnoot8). A la Haye, ce 1er de May 1668. Daar krijg ik juist uw brief. Waarom ontvangen wij de rekeningen van den thresorier le MoineGa naar voetnoot9) niet? De goederen in Bourgondië schijnen alleen te dienen | |
[pagina 231]
| |
voor de bezoldiging der intendanten en ambtenaren; de Prins, die het best gebruiken kan, krijgt er niets van, en wij leden van den Raad hebben de laatste jaren geen tractement genoten. |
|