Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 209]
| |
6604. Aan Marie du MoulinGa naar voetnoot1). (K.A.)Gaarne wil ik iets doen voor uw jongen wijsgeer, maar gij hebt hem nu al een goed ambt bezorgd aan het Brandenburgsche hof. Uw vriend SpanheimGa naar voetnoot2) heeft een paar malen heel goed gepreekt, maar zijne stem is leelijk; die van uw S.t Maurice is beter. De Synode, die spoedig te Amsterdam zal worden gehouden, schijnt zich te zullen bemoeien met LabadieGa naar voetnoot3), die schoone gaven heeft, zegt men, maar velen hindert door zijne buitensporigheden. Daarvan hoorde ik al te Genève. ‘Il y entra un jour chez une dame de condition, où M. de MontpouillanGa naar voetnoot4), mon auteur, se trouva jouant en bonne compagnie aux cartes à tres-petit jeu, et par passetemps; et voyant qu'on ne laissa pas de jouer tousjours, par un enthousiasme bien entonné, dit à la compagnie: puisque vous ne scavez pas ce qui est deu à des gens de mon charactere, il faut vous l'apprendre, et prenant le tapis de la table par un coing, renversa tout le jeu, de mesme que nostre Seigneur en usa au temple. Je ne sçay, si nostre illustre amieGa naar voetnoot5), qui l'adore, approuveroit ce procedé; pour moy je seray bien ayse d'apprendre ce qu'on en juge à Sedan’ ..... A la Haye, ce 14e Avril 1667. |
|