Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6579. Aan graaf F. van DohnaGa naar voetnoot6). (F.A.)De heer van Wevelinchoven schrijft, dat de zaak te Mechelen in hooger beroep komt, ‘où il n'est gueres apparent que ce monarqueGa naar voetnoot7), nostre partie, qui n'est pas du tout si opulent que le grand Mogol, entreprenne de venir plaider, sous deposition preallable d'[une] assez grosse somme de deniers; outre qu'il y trouveroit d'autres testes et mieux timbrées que celles de vos gros espiciers de Dole.’ De heer Materot behoeft dus niet gezonden te worden. A la Haye, ce 9e Sept. 1666. |
|