Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6453. Aan mevr. Du Plessis GuenegaudGa naar voetnoot6). (K.A.)Ik sta op het punt uit Oranje te vertrekken, maar hoop toch aan uw verzoek te voldoen en te zorgen, dat de zaken tusschen de ambtenaren van | |
[pagina 151]
| |
den Prins en die van uw schoonzoon, den graaf de CaderousseGa naar voetnoot1), goed worden geregeld. Van onzen kant verlangen wij in goede verstandhouding te leven met zulk een aanzienlijken nabuur. Als wij beiden de zaak konden bespreken, zouden er geene kleine geschillen meer zijn over de jurisdictie, en konden wij het niet eens worden, dan zou Mevr. de la FayetteGa naar voetnoot2) wel helpen. ‘Je juge de ce grand et parfaict sçavoir apres vous, Madame, car de ma connoissance je n'en sçaurois rien declarer. Il a pleu à vostre illustre amie de garder tousjours devant moy le mesme masque dont je la trouvay couverte quand j'eus l'honneur de l'accompagner en vostre carosse. Chez vous, Madame, elle sçait tout ce que sçavent les plus sçavans; chez elle il n'y a rien de si ignorant que la maistresse du logis.’ ..... Orange, 1 Juill. 1665. |
|