Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6450. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)De heer Milet is dus aangekomen en opgetreden als commandant en lid van het Bureau; gij moet hem goed van alles op de hoogte stellen, en kunt dan, na uw kleine reisjeGa naar voetnoot1), eens zien, hoe hij het aanpakt. Uwe aanwezigheid is echter nog een poosje noodig. Ik ben het met u eens, dat vijftig man voldoende zijn, om de stad in haar tegenwoordigen toestand te bewaken; de heer Milet stelt een te groot aantal voor. Men moet protestantsche Zwitsers nemen. La Pise is dus niet meer boos wegens Guiran, maar hij schrijft lange brieven, waarin hij zich zelf erg in de hoogte steekt. Het is aardig voor u, dat gij de promotie van uw neef de WilhemGa naar voetnoot2) aan de Universiteit van Oranje hebt bijgewoond. A la Haye, ce 11e Juin 1665. |
|