Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6427. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)Uit uw brief zie ik, dat twee zaken u nog te Parijs houden, het weer en de zaak van den heer de Gaut; het eerste zal wel spoedig beter worden en die zaak moet gij zoo spoedig mogelijk regelen. Er is haast bij uwe reis, anders gebeurt er weer iets in Oranje. Ik wacht uw oordeel over mijn brief aan den kanselierGa naar voetnoot4). Ik dring aan op het vertrek van den heer MiletGa naar voetnoot5); hij moet niet over Parijs reizen; dat geeft maar oponthoud door allerlei ceremonieel. Het verheugt mij, dat lord Hollis geheel anders over onze zaak denkt dan zijne landgenooten. Het geschenk, dat gij voor den heer de Lionne hebt gekozen, lijkt mij geschikt, maar wij moeten op de eene of andere wijze te weten komen, welke kleur de paarden moeten hebben. Ook later kunnen wij zijne diensten nog noodig hebben. - Van die vrouwentwisten te Oranje had ik al gehoord. Haast u zooveel mogelijk! A la Haye, ce 12 Mars 1665. |
|