Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6396. Prinses Amalia van OranjeGa naar voetnoot2). (H.A.)Ik kan nog niet dadelijk antwoorden, nu het laatste besluit van den Koning aangaande de kanonnen mij bekend is. Al uw praten heeft mij niet overtuigd. Gij hadt, nu de zaak ginds toch bekend wordt, er eens met lord Hollis over moeten spreken; nu wordt hij misschien boos. - Den man, dien ik voor commandeur bestem, zal ik niet naar Parijs zenden, maar naar Oranje. De uitbundige vreugde daar moet gij tegengaan; dat zet maar kwaad bloed. - Ik heb ook met den heer d'Estrades over de zaak van de kanonnen gesproken; hij zal aan den Koning en aan den heer de Lionne schrijven, dat het goed gevonden moge worden, dat de kanonnen te Oranje blijven, maar begraven worden tot de meerderjarigheid van den Prins. Dat is het laatste, dat ik kan bedenken; spreek ook gij eens met den heer de Lionne. A la Haye, ce 22e Janvier 1665. |
|