6338. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)
Ik dacht, dat gij vertrokken waart, en heb daarom niet geschreven, maar het is goed, dat gij nog wat blijft, al is het dan buiten Londen, omdat gij reeds afscheid hebt genomen. Ik wacht met ongeduld op het laatste antwoord van den man, dien wij hierin gebruiken; het zou mooi zijn, als gij geheel voldaan kondt afreizen. Ik hoop, dat gij ook voldoening zult hebben van uwe laatste onderhandelingen over Oranje. A Honsholredijck, ce 26e Septemb. 1664.