Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6327. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)aant.Eindelijk zijn dan de twee laatste stukken verzonden; ik kan uwe zorg, ijver en behendigheid niet genoeg prijzen. Als het Parlement misschien aan het einde van deze maand bijeenkomt, zooals men mij meldt, moet gij blijven en trachten zoowel de kapitalen als de renten betaald te krijgenGa naar voetnoot5). In elk geval moet gij niet vertrekken, voordat gij iemand hebt aangewezen, aan wien wij de zorg voor deze zaak kunnen toevertrouwenGa naar voetnoot6), die niet van minder belang is dan de zaak van Oranje. Jammer dat de heer Guiran ziek is geworden. Sauzin schrijft niets over het archief van den Prins. Die professor in de philosophie moet betaald wordenGa naar voetnoot7), want de Academie moet in stand blijven. ‘Je me doutois bien que l'expedient du comte de S.t Albans abboutiroit a quelque chose de semblable, | |
[pagina 91]
| |
et trouve que vous luy avéz fort prudemment respondu, comme aussi a la Reyne, Mere sur le mescontentement qu'elle vous a tesmoigné de ce qu'on ne luy avoit pas aussi envoié le portraict de mon petit-filz.’ A Honsholredijck, ce 22 Aoust 1664. Voor de Koningin-Moeder zal ik ook een portret laten maken. |
|