Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3,81 MB)






Editeur
J.A. Worp



Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

(1917)–Constantijn Huygens

Vorige Volgende

6266. Sauzin en Lubieres. (H.A.)

Dadelijk na de ontvangst van uw brief van den 22sten hebben wij beiden

[p. 62]

heimelijk eene vergadering der goedgezinden bijeengeroepen, en zij hebben beloofd krachtig te helpen. Afschriften van uw brief werden naar de andere plaatsen van het vorstendom gezonden. Den 3den Mei is de heer de Bezons hier gekomen; wij hebben toen de leden van het Parlement, die hier wonen, bijeengeroepen en er op aangedrongen, dat ieder zijne klachten kenbaar zou maken. Den 6den is hij weer vertrokken en heeft ongeveer vijftig schriftelijke klachten meegenomen. De gemeenten Oranje en Jonquières zijn door de slechtgezinden er van teruggehouden, om klachten in te brengen. Het cahier, dat wij opgemaakt hebben, gaat hierbij. Beiden hebben wij met den heer de Bezons gesproken over de vordering van Beauregard, maar wilden dat niet doen in tegenwoordigheid van den laatstgenoemden, om geen oordeel van den eersten uit te lokken1).

Wij hebben te vergeefs gevraagd om de werktuigen van de Munt.

1)
De brief is niet gedateerd, maar Huygens teekende er op aan: R. Par., 14 May 64.

Vorige Volgende

Over het gehele werk

over Frederick van Dorp

over Jacob Westerbaen

over Petrus Francius

over Anna Maria van Schurman

over Friedrich Spanheim