Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

6209. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)

Na uw laatsten brief heb ik weinig idee meer van dat Engelsche gezantschap. En intusschen bevestigen zij, die zich van Oranje hebben meester gemaakt, hun gezag van dag tot dag meer en meer. Immers zoowel de onderdanen als de ambtenaren van den Prins buigen voor dat vreemde gezag. Gij

[p. 33]

moet hun dat nog eens duidelijk zeggen. - Ik hoop, dat baron von Blumenthal zijn brief nu gekregen heeft. Wat den nieuwen regent van het College betreft, waarover Sauzin schrijft, ben ik het met u eens, dat wij ons nu niet moeten haasten. Hij zelf vraagt al te haastig eene belooning voor al zijne moeite; als wij daaraan voldeden, zouden wij maar nieuwe ijverzucht opwekken. A la Haye, ce 10^e de l'an 1664.