Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6118. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)De kanselier en lord Hollis gelooven dus, dat de tusschenkomst van den Koning zal helpen. Intusschen wil ik gaarne weten, wat de heeren denken van uwe zes artikelenGa naar voetnoot2). Het doet mij genoegen, dat de graaf van S.t Albans | |
[pagina 572]
| |
niet bij die conferenties aanwezig is geweest; ‘veu ses beaux engagemens’, is er van hem geen goeds te verwachten. Gij moet uw best blijven doen in zake de schulden. ‘Ce dessein de les representer ainsi en masse au Parlement ne me semble pas mauvais, esperant que dans la disposition ou ilz semblent estre de vouloir acquitter les debtes de Sa Maj.té, la justice et equité des nostres les obligera a en preferer le payement a toutes autres. Cependant je m'estonne de ce que Monsieur le chancelier dit, que le dot de feu la Princesse Royale ne regardoit pas le Parlement’. Nu, als wij op de eene of andere wijze het geld maar krijgen. - Van de zaak der pachters zal ik den Raad verwittigen; zij moeten het geld afdragen. De heeren Sylvius hebt gij goed de les gelezen. De brieven van baron de Cosans en de andere verzekeringen van katholiekenGa naar voetnoot1) zag ik met groot genoegen; bedank hen van mijnentwege. A Breda, ce 5e Juillet 1663. |
|