Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663

6107. Sylvius⁶⁾. (H.A.)

De pachters weigeren mij te betalen waarop ik recht heb, terwijl ik toch op mijn 72^ste jaar nog zoo hard moet werken, daar wij tegenwoordig maar met zijn tweeën zijn. Ik heb recht op 700 livres als predikant, en op 300 als predikant van Z.H., en heb dat tractement genoten sedert 1630. Ik hoop, dat gij het niet zult afkeuren, dat ik klachten inbreng bij de Voogdij in Engeland en Nederland. ‘Vous, Monsieur, qui estant en l'an 1630 pres de feu ce grand Prince d'heureuse memoire avez cognu Joseph, et qui scavez comme au peril de ma vie je le servi en l'affaire de Valkenburch⁷⁾, pouvez estre asseuré que j'ay tousjours conservé ceste affection pour la maison du Prince’. D'Orange, ce 13 Juin 1663.

6) Nl. de predikant David Sylvius; zie blz. 426.

7) Bij het gebeurde met Valckenburgh in 1630, toen de Knuyt Oranje ongeveer moest veroveren op den ontrouwen gouverneur, heeft Sylvius eene onbeteekenende rol gespeeld.