Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6083. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)Ik weet niet meer, wat ik zeggen moet over dat akelige talmen in Engeland en over al de wanorde te Oranje. Gij doet waarlijk wel al uw best en helpt de pachters door uw brief aan den heer le Tellier. Ik ben benieuwd, wat daarvan het gevolg zal zijn, en ook van de memorie over Beauregard, die gij aan Martinon hebt gezondenGa naar voetnoot3). Misschien heeft hij echter de 20000 livres, waarop hij aanspraak maakt, al in zijn bezit door de hulp van den vaandrig van het kasteel. De katholieken te Oranje storen zich dus niet aan uwe raadgevingen; het is niet te verwonderen, omdat zij worden aangezet door menschen, die in troebel water visschen. Ik hoop, dat die arme gevangenen nu spoedig zullen worden ontslagen. A la Haye, ce 10e May 1663. |
|