Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663

6079. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)

Het is goed, dat gij de memorie van den heer de Crochant¹⁾ naar Oranje hebt gezonden; men kan dan later zien, wat men voor de Orde kan doen. Misschien kan la Pise wel zeggen, wat er eigenlijk achter die zaak zit. Ik begrijp nu eenigszins, waarom men hem zoo benadeelt. Wij moeten zien, wat Sauzin er over zal schrijven; gij hebt aan hem goed geschreven en ook aan den bisschop van Rennes²⁾, ‘touchant l'ordre que vous avéz de communiquer de tout avec l'ambassadeur d'Angleterre, et faictes bien de vous servir de ce stile pour excuser vostre demeure infructueuse pardela, attendant la venüe de cet ambassadeur.’ De heer Oudart³⁾ schrijft, dat lord Hollis nu gereed is om te vertrekken. Ik vind het goed, om de oude portiers van het kasteel te Oranje te ondersteunen en de gevangenis van Gigondas en het parlementsgebouw te herstellen. Het ongeval van den baron von Blumenthal doet mij leed. A la Haye, ce 4^e May 1663.

1) Zie No. 6062 en 6074.

2) Nl. de la Vieuville; zie blz. 61.

3) Zie blz. 78.