Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6053. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)Wat treurig toch met die gevangenen te Avignon! Zij moeten geholpen worden, maar het is het best, dat de pachters dat op hun naam doen, want wij zullen zoo worden afgezet. De rekening van Sauzin is goedgekeurd; met die van Lubieres moeten wij een middenweg inslaan, want hij doet zeker zijn verzoek om andere reden dan uit geldgebrek. Men kan hem voorloopig 500 à 600 livres uitbetalen. Ik ben verwonderd over den brief van den secretaris, dien | |
[pagina 545]
| |
de Hollandsche gezanten te Londen hebben achtergelatenGa naar voetnoot1); de man kon beter op de hoogte zijn van de zaken van Oranje. Ik weet zeker, dat de Koning van Engeland niet in de voorwaarde van een katholiek gouverneur zal toestemmen. ‘Peut estre que Mons.r d'Estrades aura aussi mandé quelque chose approchante de ces bruits, mais ce n'est que par conjecture et par jalousie de ce qu'on ne luy a pas communiqué le vray sujet du voyage du Sieur MiletGa naar voetnoot2), qui vous a esté mandé.’ Praatjes kan ik niet verhinderen. A la Haye, ce 29e Mars 1663. |
|