Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6036. Lubieres. (H.A.)Reeds vroeger heb ik u geschreven, dat het eenige middel om de financiën in orde te krijgen is, dat de Koning zijne ambtenaren beveelt, zich er niet mee te bemoeien. Nu hindert de Bedarrides de pachters weer in alles. Mijn neef de Montieres zou gaarne met u spreken over een proces, waarin mijn zwager, de BeaufainGa naar voetnoot2), en zijne vrouwGa naar voetnoot3) zijn gewikkeld, maar waarbij ook de jurisdictie van Z.H. ter sprake komt. Men wil hen dwingen, hunne zaak te laten behandelen voor het Hof van Montpellier, terwijl er quaestie is van een leen, in ons vorstendom gelegen. A Orenge, ce 3 de Mars 1663. |
|