Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5997. J. SauzinGa naar voetnoot3). (H.A)De Beauregard heeft een brief gekregen van den heer le Tellier van 28 Nov., waarin de Koning zijne zaak aan den heer de Bezons opdraagt, en toestaat, dat hij, volgens een artikel van het verdrag van overgave, in beroep gaat bij het Parlement van Aix of van Grenoble. Sylvius heeft mij dat gezegd, die den brief van le Tellier gelezen heeft. Heden zei Beauregard, dat le Tellier en gij het niet eens waren over de sommen, die men hem schuldig was. Ik geef u de verzekering, dat mijn neef niets geen kwaads gezegd heeft; dat is laster; noem mij toch den naam van hem, die u dat heeft meegedeeld. Sylvius beklaagt zich, dat de bevelen van H.H. hem niet worden toegezonden. De heer de Gaut zei mij, dat hij Beauregard had verzekerd, dat deze niet zou slagen, als hij geen betere bewijzen had. Ook dat de verzekeringen van den heer le Tellier aan u niets beteekenden; men draaide aan het hof gemakkelijk om. Gij beveelt mij al uwe brieven te laten lezen, maar dat kan ik niet altijd doen, b.v. niet dien, waarin gij afschrift verlangt van den brief der Koningin van Engeland aan het Parlement. Ook niet dien, waarin gij mij beveelt te vragen, waarom Beauregard naar Pezenas ging, en dien, waarin gij schrijft over al de vreeselijke gebeurtenissen hier. Had ik ze laten lezen, dan zou men mij hier onmogelijk hebben gemaakt. En zulke brieven waren er meer. Het heeft mij zeer gegriefd van u te hooren ‘que je tabarine vos lettres’Ga naar voetnoot4). Dat is een | |
[pagina 517]
| |
praatje van Beauregard en ik ben niet gek; ik ben in de 60, heb in allerlei kringen verkeerd en wil niet gaarne voor een dwaas en een schurk gehouden worden. Ik heb hier waarlijk in mijn ambt al moeilijkheden genoeg door den ellendigen toestand in het vorstendom. - Het Bureau zal wel besluiten de acte van Z.H. over de ‘fermiers’ te enregistreeren. De heer de Gaut is heden naar Languedoc vertrokken en gaat waarschijnlijk ook naar het hof. D'Orange, ce 13e Decembre 1662. |
|