Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5984. LubieresGa naar voetnoot6). (H.A.)De heer Bernard heeft bij gelegenheid eener promotie aan de universiteit eene rede gehouden, die den advokaat generaal en den heer de Beauregard niet behaagdeGa naar voetnoot7). De heer de Gaut heeft toen alle raadsleden van het Parlement en den heer Bernard op het kasteel laten komen en Bernard daar gehouden, in weerwil van mijne vertoogen, dat, als er iets misdaan was, dit door den gewonen rechter moest worden berecht. En de man heeft niet veel anders gedaan dan den jongen doctor aansporen, den Prins te eeren en niet hen na te volgen, die zich aan zijn gezag trachten te onttrekken. De Koning mag er den heer | |
[pagina 512]
| |
de Gaut waarlijk wel eens op wijzen, dat hij zich niet met de rechtspraak mag bemoeien. De heeren Sylvius en de Beauregard werken steeds, geholpen door de Gaut, onze maatregelen met de ‘fermiers’ tegen. A Orenge, ce 3 de Dec.bre 1662. Gaarne zou ik willen, dat gij mij ook afzonderlijk schreeft, dan zou ik u meer dingen kunnen meedeelen. |
|