Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5847. LubieresGa naar voetnoot6). (H.A.)De heer de Porteclaire, vroeger gezonden naar het Engelsche hof en naar de Prinses Douariere, vraagt nieuwe orders en geld. Wij zouden echter gaarne van u weten, of zijn verblijf te Parijs nuttig is voor Z.H. of niet; wij houden het voor nutteloos. Ik wacht uwe bevelen aangaande onze deliberatie in het BureauGa naar voetnoot7) en hoop, dat gij het met den heer Sauzin en met mij eens zijt. De tresorier heeft de onderpachters alles laten betalen, wat zij schuldig waren, | |
[pagina 450]
| |
en de advocaat generaal is niet tusschen beide gekomen. Ook in de zaak van den pachter is er geschil. Ik schreef vroeger over de ongeregeldheden te Courteson; een protestant ‘s'emporta le jour de la Feste Dieu contre le Dieu de la messe’. Het Parlement heeft onderzoek laten doen en bevolen den man gevangen te nemen. A Orange, ce 24 de Juin 1662. |
|