Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5647. Aan lady SwannGa naar voetnoot3). (K.A.)Hierbij zend ik u het afschrift eener beschrijving van de bruiloft, die ik aan de hertogin heb gestuurdGa naar voetnoot4). ‘It is a kind of burlesco in prose; that's the highest title I can give it. I have not heard yet how the dutchesse hath relisht it. But if she be the Trijntje Cornelis still as she was, I can not feare, she wille take it unkindly. Nay I give it out for a peece of charitie, to tickle sometimes her spleene, amongst so many troubles she is tossed in by the light companion, her duke. Had she to meddle with so loyall a Prince as your three distracted kingdomes may well be sure to find the most noble King they are now à la veille to restore to his glorious rightsGa naar voetnoot5), then she might beleeve | |
[pagina 336]
| |
her hopes to be built upon a rock, which till now I doe not see grounded but upon sand and water.’ - Ik ben zeer verlangend naar nieuws uit Breda. Gisteren sprak ik de Koningin van Boheme en wij waren het eens, dat het het grootste geluk voor haar neef zou zijn, als hij Koning werd zonder daarvoor iemand te moeten danken, behalve God. En ook, dat Z.M. van hier zal vertrekken in goede verstandhouding met de Staten. Haghe, the 7 of May 1660. ‘I hope, you shall have your eares feasted at Breda with the excellent guitarre del Sig.ita Corbetta, which indeed is worth your hearing and admiration, as I can testifie by the favour of her Royal Highness’. |
|