Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5570. Beatrix de CusanceGa naar voetnoot5). (H.A.)Met genoegen heb ik voldaan aan het verlangen der Koningin van Boheme, dat gij mij overbracht. Den bisschop van AntwerpenGa naar voetnoot6), die hier is, heb ik heden opgezocht en hem gezegd, wat gij mij opdraagt. ‘Il m'at respondu que il n'avest rien escris au prinsse EduardGa naar voetnoot7) que de l'arrives de md. la prinssese LouyseGa naar voetnoot8) at Anvers estGa naar voetnoot9) de la joye qu'il aves de sa conversion estGa naar voetnoot9) du service qu'il luy randres pandant sont sejour au carmellite angloisse a la ville d'Anvers. Ce sont les mesme mot qu'il m'at dit ayGa naar voetnoot9) que, sy l'on desire la copie de laditte lestre, qu'il l'a laiser a Anvers estGa naar voetnoot9) qu'il l'envoyerat ou | |
[pagina 301]
| |
me la donnerat sy l'on veut, qu'il ne peut rien dire davantage. J'ay bien veue que ledit evesque ayGa naar voetnoot1) fort amy de la dame, qui a donnes tant de desplesir a la Reine de Boeme’. Het spijt mij, dat ik in deze zaak niet meer voor de Koningin kan doen. Kunt gij of de Prinses van Oranje geen middel bedenken, dat mij recht wordt gedaan en ik in het bezit gesteld word van het markiezaatGa naar voetnoot2)? Bruxelle, ce 7 Fevrie (1658)Ga naar voetnoot3). |
|