Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5234. J. DedelGa naar voetnoot6). (H.A.)De quaestie, die nu gedisputeert word, bestaet daerinne, of de Princesse Douagiere gehouden is te antwoorden op het contraversoeck by de Princesse Royale gedaen, daerby gesustineert werd, dat de verseeckering by Syn H.t by codicille gedaen moet strecken voor assignatie van 100 duysent gulden, en dat sulx de collatie van alle ampten haer Co. H.t daerover is competerende, considererende, dat alle de plaetsen boven de 100 duysent gulden niet connen uytbrengen, als afgetrocken is t geen die van Amsterdam moeten jaerlyx genietenGa naar voetnoot7). Mevrouw Prinsesse Douagiere seght, dat het is extra compromissum ende dat het by beyde collegien oversulx niet can werden gedecideert. Wy hebben beginnen te opineren; ick denck, dat men mergen of overmergen sal voortgaen. (8 Jul. 1652.) |
|