Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5136. A. BubbeniusGa naar voetnoot3). (B.M.)Uw zoonGa naar voetnoot4) gaat goed vooruit in den korten tijd, dat ik het toezicht heb op zijne studiën. Hij oefent zich in het vertalen van het Latijn in het Nederlandsch en omgekeerd en zal spoedig Latijnsche brieven gaan schrijven. | |
[pagina 88]
| |
Hij leest Cicero, Vergilius en Horatius en oefent zich in de Latijnsche poëzie, maar daarvoor heeft hij weinig aanleg. Wat het Grieksch betreft, is hij na de lezing van het Nieuwe Testament nu begonnen met stukjes uit de Batrachomyomachia. Ook de beginselen der logica heeft hij geleerd. Bredae, 30 April. 1651. |
|