Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5084. J. van Wijnbergen. (H.A.).... ‘De versche wonde ende harden slach, ons en onsen staet van Godt toegeschickt, [heeft] my in t' binnenste van myn syele geraeckt’. - Gaarne wil ik u helpen ‘in de saecke van [de] bewoste landereien in de OrangenpolderGa naar voetnoot2)’ en ik heb den commandeur van Yzendyke geschreven, dat hij de zaak zou onderzoeken. Hij heeft u reeds geschreven. De penningmeester is uit de stad, de burgemeesterGa naar voetnoot3) is ziek, zijn oudsten zoonGa naar voetnoot4) heb ik ondervraagd, maar nu blijkt, dat de vader uw rentmeester is. In hoeverre dat te vertrouwen is, weet ik niet. Ik zou u zoo gaarne een dienst bewijzen. Sluys, den 9 Xcemb. (Dec.) 1650. Het schijnt, dat uwe landerijen wat ‘wtgemergelt’ zijn en dat zij niet meer dan ƒ 10 per gemet jaarlijks opbrengen, terwijl dichtbij gelegen landerijen ƒ 12 geven. Als ik een kenner was, zou ik er eens heengegaan zijn. |
|