Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5067. A. Rivet. (L.B.)Morgen ochtend zal de plechtigheid plaats hebben. Na den eten gaat dan de heer Dauber op reis, om volgens het bevel Z.H. op te zoeken. De Prinses heb ik nog niet gesproken; de magistraat van hier is haar gaan bezoeken, ‘pour luy recommander ce qu'ilz ont autrefois trop negligé, et qu'a present ilz recognoissent un grand benefice’. Zij zullen ook naar Z.H. zendenGa naar voetnoot2). ‘Le S.r PelliusGa naar voetnoot3) ne s'estant trouvé disposé, Mons. Kipper rendra ce dernier office a la memoire de feu M.r Bosterhuysen de faire la harangue funebre Lundy matin. Il fut honorablement ensepulturé mercredy. Animam debebat. Creditores undique accedunt, et bibliotheca ejus non adeo luculenta pro mille florenis est oppignerata. Nihil uxoriGa naar voetnoot4) deperit, quae hoc habet boni, quod nostra opera facta est uxor de pellice.’ |
|