Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5023. Juliana van OostfrieslandGa naar voetnoot7). (R.A.)Uit uw brief van den 25sten dezer en uit een brief van Z.H. aan den overste ErentreiterGa naar voetnoot8) blijkt, wat gij gedaan hebt bij de Heeren van het gerecht. Uw raad zal ik volgen. Tot mijn spijt hoor ik ook door u van de ‘miserable conduitte’ van mijn zoonGa naar voetnoot9); het is zeker een gevolg van de ‘incapacitet’ van dengene, die hem buiten mijn toedoen was toegevoegdGa naar voetnoot10). Ik doe nu mijn best hem ‘eine capable person’ toe te voegen, ‘der ihm dermasen mag conduisiren, dasz er die fruchte von so noble und kostbair reise mag geniesenGa naar voetnoot11).’ De drost MarenholtsGa naar voetnoot12) kan u over alles nader inlichten. Sandhorst, den 31 Januarii Anno 1650. |
|