Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4993. Graaf Hendrik van NassauGa naar voetnoot6). (H.A.)U Ed.t soon is gisteren alhier tot Bentheim geluckig gearriveert, nae dewelcke ick ter Burgh wel twee à drije daghen met sonderlinghen verlangen hebbe gewacht ende ondertusschen mijne reijse tot hierentoe geavanceert. Mijn heere schoonvaderGa naar voetnoot7) heeft voorss. UEdt soon met sijn trompete ende een knecht geaccompagneert mij naegesonden, ende sullen wij van daghe onse reijse tot Linghen toe vervorderen. Het is mij seer lief te vernemen, dat onder andern schoonen scientien meergenoemde UEdt soon oock in den rechten is ervaeren, sulcx dat ick in mijn voorhebbende Deensche saecke zijnes raets gebruijcken ende hem als mijnen voornaemsten conseiller houden werde, verseeckerende UEd.t, dat ick allerdings goede sorge voor hem sal draegen ende, met God, geluckigh wederom teruggebrengen. Benthem, den 16 Octob.r 1649. |
|