Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4941. Aan A. RivetGa naar voetnoot2). (H.A.)*Brenger dezes, de leermeester van twee jongere zonen van den huize van Oostfriesland, hier in het land gekomen om wat te leeren, is door de Prinses en door mij overreed, niet naar Leiden, maar naar Breda te gaanGa naar voetnoot3). Het verblijf van die jonge lieden kan ons College luister bijzetten. Daar zij vooral den wapenhandel zullen beoefenen, zullen zij veel hebben aan den heer de Haulterive en de officieren van het garnizoen. Wilt gij zorgen, dat zij met hun gevolg goed onder dak komen? De heer van AsperenGa naar voetnoot4) is nog niet terug. A la Haye, le 28e Apvril 1649. |
|