Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4935. Juliana van Oostfriesland. (H.A.)Toen gij laatst hier waartGa naar voetnoot8), spraken wij er over, om mijne twee jongste zoonsGa naar voetnoot9) elders heen te zenden. ‘Dienvolgens hebbe ick sij numeer afgeveerdicht, | |
[pagina 4]
| |
om op haer Hoocheyt advis te gaen op de Academie van Breda, waertoe sij goede addresse ende aenwijsinge hooch van nooden hebben.’ Wilt gij er voor zorgen, dat zij daar goed onderkomen en hen ook verder voorthelpen? Op het Huijs tot Aurich, den 28 Martij, ouden stylsGa naar voetnoot1), ann. 1649. |
|