Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4903. G.F. DuarteGa naar voetnoot3). (L.B.)Wij zijn zeer vereerd geweest door uw bezoekGa naar voetnoot4) en dankbaar voor de gezonden muziek; mijne dochter Leonora zal ze zingen. ‘Die Italiaensche madrigaletten syn oyck goet, dan presumerende, dat U.E. heyt van die coopmanschap dagelyx versien wert, soo den overlast hem niet te swaer en valt, soude wenschen noch iet raers van eenige nieuwe airs van Petit LambertGa naar voetnoot5), alsmede iet van La Chapelle voor mynen organist door U.E. faveur te moghen becomen, dat geloove door Mynheer, broeder van Mons.r de BellingamGa naar voetnoot6) - aen wien bidde U.E. mynen oytmoedighen dinst te laeten aendienen - lichtelyck sal connen verkregen werden, biddende U.E. te willen vergeven de impertinentie van dese onversaedelycke liedens, ende die wateren eens open synde, met U.E. gevoechelycke comoditeijt, sullen geren sien de musickboecken van den hertogh van BoeckingamGa naar voetnoot7), om iet daeruyt te laeten schryven, dewelcke met behoorelycke sorge aen U.E. terugge sullen beschickt werden.’ Wilt gij uw zoon en juffr. CasembrootGa naar voetnoot8) groeten? In Antwerpen, den 27 Dezem.r 1648. |
|