Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens–4900. Jo. Ern. von Rautenstein. (L.B.)Ik hoop, dat gij mij onder uwe vereerders wilt opnemen. Reeds als jonge man heb ik uwe gedichten bewonderd en later heb ik u door Oxenstiern, vader en zoonGa naar voetnoot4), en door Van der Burgh dikwijls hooren roemen. Aurici, ad d. XXII Decembr. CIƆIƆCXLVIII. |
|