Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4882. J. van Wassenaer. (H.A.)Wilt gij uw invloed aanwenden, dat de heer RuyschGa naar voetnoot7) tot burgemeester van Utrecht wordt benoemd? Ik ga hier een dag of veertien jagen en hoop Mons. de S.t Ravy eens te gaan bezoeken. Ik heb een klein reisje in Brabant gedaan, maar niet verder dan Mechelen. Te Antwerpen was iedereen gedrukt door de tijding van den veldslagGa naar voetnoot8). Ik ben bij den heer Duarte geweest, maar vond hem niet; zijn zoon toonde ons een gedeelte van het huis met vele mooie schilderijen; 's avonds bezocht de vader mij in mijn logies en wilde mij alles laten kijken en hooren, maar ik moest den volgenden dag weg. Een kwartier vóór mijn vertrek ‘wierden door den marckgraeffGa naar voetnoot9) drie van de | |
[pagina 500]
| |
treffelyckste Portugeesce coopluyden van de beurs naer t casteel gebracht, twelck onder de andere grote verslaegenheyt gaff .... Nieus weet ik UEd. van hier niet te scryven; indien het fray weer geweest waer, sou ick UEd. mogelyck een loop van een haes kunnen relateren, doch sou een tedieuse materie wesen voor iemant, die dat exercitie niet en mint.’ CernhemGa naar voetnoot1), desen 1 8bris (Oct.) 1648. |
|