Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4765. H. Bruno. (L.B.)

Ik hoor, dat de gezant Joachimi voor zijn kleinzoon⁶⁾ een gouverneur vraagt. Die betrekking zou ik gaarne hebben, om Engeland te leeren kennen en later met den jongen man te reizen, zooals ik hoor, dat het plan is. En de zoon van den heer van Beverweerd⁷⁾ gaat naar Frankrijk; ook met hem zou ik wel meewillen. Kunt gij mij aanbevelen? Alcmariae, Cal. (1) Mart. CIƆIƆCXLVIII.

‘Misit mihi heri Leida Joannes quidam sine nomine, neque nota manu, hanc Therianthropologiam⁸⁾, quam nescio an videris.’ Mijn vader⁹⁾ sukkelt erg.

6) Nl. de jonge Albert Snouckaert van Schauburg; zie III, blz. 234.

7) Waarschijnlijk Maurits van Nassau (1631-1683), heer van de Leck en Beverweerd, oudste zoon van Lodewijk v.N. en van Elisabeth gravin van Hornes. Hij werd kolonel, later brigade-generaal en is in 1679 in den rijksgravenstand verheven door Keizer Leopold I.

8) Een werk van Boey; zie No. 4038.

9) Zie III, blz. 72.