Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4713. J. van CraneveltGa naar voetnoot2). (K.A.)Mijn zoon, die leerling is bij de Jezuieten te Emmerik, is met 47 andere kinderen plotseling door den advokaat fiskaal van de Generaliteit, Dr. Jacob de SyllaGa naar voetnoot3), als crimineel persoon gevangen genomenGa naar voetnoot4); mijne vrouw, die er heen gereisd is, heeft zijne invrijheidstelling niet kunnen bewerken. Ik woon te Huijsen en heb paspoorten voor mij zelf en mijne familie van Prins Maurits en Prins Frederik HendrikGa naar voetnoot5). Mijn oudste zoon is op dezelfde wijze van de studie af geraakt en dient nu in het leger der Staten. Wilt gij met Z.H. over de zaak spreken? Sedert ik uw ‘constcabinet’ bekeken heb, ben ik niet in de Haag geweest. Hierbij zend ik u een ‘zeer loffelicke ende curieuse teykeninge van den wijt beroemde verlichter ende fraeije schilder HoefnagelGa naar voetnoot6)’, een bloemstuk. Als ik verder nog ‘ijetwes meerder van de const’ bezit, dat u aangenaam is, behoeft gij het maar te zeggen. Wt Arnhem mitter haest, den 26 Novemb. 1647, olde stylsGa naar voetnoot7). |
|