Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4671. G. van Vosbergen¹⁰⁾. (H.A.)

Met de zaken van Bresil vlot het nog niet; de vier kolonels, die den voorgestelden eed hebben gedaan, verliezen vele van hunne officieren. Majoor Steyn gaat ook niet en beveelt zijn vaandrig aan. Maar deze is nog maar

10) Zie I, blz. 156.

[p. 428]

25 jaar en kan toch niet in eens tot majoor worden bevorderd. Dan kan ik ook mijn neef, den zoon van den heer van Voorn¹⁾, wel aanbevelen, die zich meermalen in den oorlog heeft onderscheiden²⁾. Maestricht, den 18 Sept. 1647.

1) Sedert 1640 was Bartholomeus van Panhuys heer van Voorn, in de provincie Utrecht, maar droeg kort daarna het leen over aan Johan Lodewijk van Panhuys.

2) Waarschijnlijk is bedoeld Jacob van Panhuys, die 25 September den eed als kapitein deed. (Meded. van den Heer Wakker.)