Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

[p. 425]

4661. Anna Van Nassau, Weduwe De Ferrier¹⁾. (K.B.)

Ik had gehoopt u hier te spreken, maar nu daar vooreerst geen kans op is, moet ik wel schrijven. Door den dood van mijn man ben ik in financieele moeilijkheden geraakt, want het geld van de compagnie is weg en mijn man heeft mij niets kunnen nalaten, omdat zijn vader nog leeft en ik geene kinderen heb. ‘Ick sytte in een swaere laest van een huyshuyr ..... ick moet by de vyfhondert gulden jaerelyck betaelen, en ick blyve seytten met mijn mans ickepasie, kan niet quyt worde. Het is goed een offesyers vrou te syn, maar wedu is het een bedroefden staet’. Wilt gij een goed woord voor mij doen bij Z.H.? In Breda, den 6 September 1647.

1) Zie blz. 394.