Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4621. J. Nannir⁵⁾.

Ik ben u zeer dankbaar voor alles wat gij voor mij gedaan hebt, en zou u gaarne een tegendienst bewijzen. ‘Hier beneffens gaen twee teyckeningen, d'eene van de stadt Zara⁶⁾ en d'andere van Sibenico⁷⁾; ick hebbe deselve wat haestich gemaeckt, alsoo seer weynich ledighe tyt hebbe, sijnde geemployeert in t fortificeren van dese plaetse, soo binnen als buyten, omdat wy alle daegen hier de belegeringe verwachten. Ick wil UEd. ootmoedich gebeden hebben, myne moeder doch te willen raeden, hoe sy sal handelen met myne plaetse van quartiermeesterschap⁸⁾. Ick soude noch wel gaerne wat hier blijven en derhalve, soo myne plaetse niet conde behouden, soo wenschte ick, dat deselve mochte werden geresigneert en dat myne moeder voor deselve sooveel conde genieten als mogelijck waer’ ..... Sibenico, den 12 Julio 1647.

5) Het Hs. is in het bezit der firma Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage. De onderteekening is niet duidelijk.

6) Stad in Dalmatië.

7) Lees: Sebenico. De stad ligt ook in Dalmatië.

8) Hij was dus kwartiermeester geweest in dienst der Staten - zijn naam komt echter niet voor in de Staten van Oorlog - en in dienst gegaan van Venetië, dat in oorlog was met de Turken. Vgl. De Jonge, Nederland en Venetië, blz. 232 vlg., die spreekt van de drie of vier Nederlandsche ingenieurs, die toen in Venetiaanschen dienst in Dalmatië waren. De voornaamste hunner was Lathouwer.