Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 407]
| |
4602. C.B. de PetersdorffGa naar voetnoot1). (L.B.)Wilt gij Z.H. verzoeken, ten behoeve van mijn proces een brief te schrijven aan den raad van Luik, zooals de nu gestorven Prins mij beloofd heeft? En ook aan den officiaal? Hij was een kennis van den vorigen residentGa naar voetnoot2), een vriend van u, wiens naam ik echter vergeten heb. De Genai, ce 8 Juin 1647. Mijne zoonsGa naar voetnoot3) zijn nu in Catalonië, de oudste als cavaleriekapitein; verleden jaar weigerde men hun die betrekking in Venetië. |
|