Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4574. A. RivetGa naar voetnoot7). (L.B.)Bij mijne thuiskomst heb ik de geheele School in goeden staat gevonden. Met den heer Renesse heb ik gesproken; hij heeft nu het grootste gedeelte van den tuin gekregen, de heer Bornius het kleinste. In een hoek bij den | |
[pagina 400]
| |
botanischen tuin wil de heer Brosterhuysen boomen planten. Uw zoon heb ik opgezocht en hem aangespoord, mij zoo dikwijls te komen bezoeken als hij wil. De heer de Ferrier spreekt steeds over zijne reis naar Frankrijk, maar ik denk niet, dat hij er toe zal komen. Ik hoop, dat Z.H.Ga naar voetnoot1) wat beter is. ‘Vous estes un de ceux qui le peuvent le plus soulager, et je sçay vostre prudence, et vostre zele au bien de la maison, qui est le bien public, et que personne ne cognoist mieux que vous combien est necessaire la bonne intelligence entre la mere et le filz, et ne doubte point qu'ilz ne desmentent ceux qui publient a Paris qu'ilz sont en mauvais mesnage. Il importe qu'ilz sentent le contraire par l'experience’ ..... De Breda, le 3 Apvril 1647. |
|