Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

[p. 377]

4529. Leonoro Pompei¹⁾. (H.A.)

Door uwe bemiddeling heb ik het stuk van Z.H. gekregen, waarvoor ik zeer dankbaar ben. Zeker is het de bedoeling van Z.H., dat de getuigenissen der tegenpartij op nieuw worden onderzocht; ik schrijf dus aan mijn agent, dat hij mij die schriftelijk moet zenden. Mocht de secretaris van den krijgsraad bezwaar maken, dan wilt gij mij zeker wel helpen. Hierbij zend ik u eene verklaring, om aan Z.H. te toonen; kwaadwilligen verspreiden nl. het gerucht, dat ik in tien maanden mijne compagnie niet betaald heb. Rechem, a di 26 Gen. '47.

1) Zie No. 4513.