Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4482. L.G. van RenesseGa naar voetnoot5). (K.A.)Waarde neef, hierbij gaat een brief voor Z.H., die verlangde te weten, hoe het hier gaat. Wij wachten met verlangen den heer Rivet. De heer Dauber ‘verlanght uw Ed. soon te mogen dienen’, en ook mijn zoonGa naar voetnoot6) zal zijn best voor hem doen. Ik heb Z.H. maar niet geschreven, dat er ‘in een quartier’ wandsen zijn, maar dat kan door het wegnemen van den zolder verbeterd worden. Het is bij ‘de camer voor uwe Ed. soonen ghedestineert’. Hoe moet ik doen met de ‘exercitie-meesters’, die bij mij komen? 8 Novemb.s 1646, Breda. |
|